Petrosaurus Thalassinus

Algemene beschrijving van Petrosaurus Thalassinus

Rijk: Anamalia

Stam: Chordata

Onderstam: Gewervelde

Klasse: Reptilia

Orde: Squamata

Familie: Phyrnosomatidae

Genus: Petrosaurus

Soort: Thalassinus

Nederlands: Blauwe Rotsleguaan

Engels: California Rock Lizard

Petrosaurus Thalassinus

Petrosaurus thalassinus is een leguanensoort die alleen voorkomt op het zuidelijke deel van het schiereiland Baja California bij San Lucan.
Het is een blauw/grijze rotsleguaan die een lengte kan bereiken van ongeveer 35 cm (van kop tot staart).

 

Afhankelijk van de verlichting kunnen deze dieren een prachtige helblauwe kleur vertonen met oranje oogranden en oranje/gele keel met blauwe vlek in het midden.
De mannetjes hebben als zij volwassen zijn tussen de bestaande zwarte banden ook gele banden.
De vrouwtjes krijgen bij volwassenheid als ze paringsbereid zijn oranje/rode wangen, keel en strepen over hun rug en zij.
Deze worden lichter naarmate de eieren ontwikkelen, na de eileg zijn al de felle kleuren verdwenen en zijn ze weer identiek aan de mannetjes, zij het dat ze wat kleiner blijven en een wat smallere kop hebben.

Petrosaurussen worden niet graag opgepakt en zijn in het begin nogal schrikachtig, na gewenning is bij ons gebleken dat ze zelfs het voer uit je handen eten en ook rustig blijven zitten als je ze rustig benadert.
Mocht het nodig zijn om ze uit het terrarium te halen (in uiterste noodzaak) doe dit dan heel voorzichtig en pak ze nooit bij de staart daar zij deze dan om te kunnen ontsnappen gedeeltelijk af kunnen werpen.
Een afgeworpen staart begint echter na een week weer aan te groeien tot de oorspronkelijke lengte, maar mist de breedte strepen en tekening van voorheen.

Er is over het geslacht Petrosaurus en haar verzorging in gevangenschap nog erg weinig bekend en er is in Europa nog geen lectuur voorhanden, daarom is het belangrijk dat alle ervaringen met deze dieren in een terrarium gedeeld worden met de mede-hobby’isten en wij zorgzaam met deze beschermde dieren omgaan, zodat we lang kunnen genieten en leren van deze boeiende en prachtige leguanensoort.

De natuurlijke biotoop van Petrosaurus thalassinus 

De Petrosaurus komt voor op het schiereiland Baja California (Mexico)
Het landschap is hoofdzakelijk rotsachtig en droog en bevat vele stekelige planten en struiken.
De Petrosaurussen leven hoofdzakelijk op of aan de rotsen en kunnen zich bij gevaar snel verstoppen/verschuilen tussen de spleten van de rotsen.
Deze leguanensoort zijn zeer behendige klimmers en kunnen zelfs ondersteboven tegen overhangende rotsen lopen.
Het zijn ware zonaanbidders en hebben in de volle zon dan ook prachtige kleuren.
De temperatuur kan midden op de dag op lopen tot 35 graden, de nachten koelen meestal af tot ongeveer 20 graden, afhankelijk van het jaargetijde.

Voeding in de vrije natuur

Een Petrosaurus eet zowel plantaardig als dierlijk voedsel.
In de vrije natuur eten ze van kiemplantjes, diverse bloemen, rijpe bessen en vruchten die daar te vinden zijn.
Het dierlijke voedsel bestaat uit hoofdzakelijk larven en kruipende insecten, sprinkhanen en krekels worden wat minder graag gegeten. Ook pakken ze in de vrije natuur kleine hagedissensoorten.

Huisvesting

Daar de Petrosaurus 95 % van zijn leven aan of op de rotswand leeft is een goede huisvesting van groot belang, dat wil dus zeggen dat het grootste gedeelte van het terrarium uit beklimbare rotswanden moet bestaan met een paar uit stekende stenen of plateau’s, waar ze graag gebruik van maken. Slapen doen ze ook hangend, het liefst zo hoog mogelijk in het terrarium.
Petrosaurussen hebben graag een hoog terrarium van minimaal 100cm breed, 100 cm hoog, 50 cm diep, hoe groter hoe beter.
De bodem van het terrarium betreden ze alleen om voedsel te zoeken of wat te drinken en bij goede verzorging een goede plaats voor de eileg te vinden.
De bodembedekking bestaat uit grof zand (bijvoorbeeld calci-bolletjes vermengd met wat fijn vogelgrit voor de mineralen) met zo hier en daar een grote steen.
Petrosaurussen kruipen niet weg onder stenen of schuilgrotjes zoals halsbandleguanen wel doen.

 

Verlichting

De verlichting dient een hoge lichtintensiteit te hebben daar de kleuren dan erg goed tot hun recht komen.
Wij zelf gebruiken True Light daglicht spaarlampen, deze lampen hebben een heldere en hoge lichtopbrengst, vergelijkbaar met het daglicht buiten.
Een UVb lamp met een hoge waarde UVb is erg belangrijk voor de Petrosaurus om de prachtige kleuren tot hun recht te laten komen, je vind de dieren dan ook regelmatig onder de UVb lamp die tevens dient als warmtebron en nodig is voor de aanmaak van vitamine D3.
Als UVb lamp gebruiken wij de Megaray 100 watt.deze lamp heeft een hoge UVb waarde en voldoet naar onze ervaring goed gezien de gezondheid van onze Petrosaurussen.

 

Temperatuur

De temperatuur in het terrarium mag bovenin oplopen tot maximaal 35 graden en 40 graden onder de warmtespot, de koudste hoeken op de dag ongeveer 25 graden.
De nachttemperatuur rond de 20 graden.
De belichtingstijd is ongeveer 12 uur, zowel licht als UVb.

 

Voortplanting

De petrosaurus thalassinus is na ongeveer ruim 1 jaar geslachtsrijp maar nog niet helemaal uitgegroeid.
Het is daarom ook beter om de dieren eerst wat te laten doorgroeien voor er een kweekpoging ondernomen word.
Als de vrouwtjes te jong paren kunnen er bij de eileg problemen ontstaan zoals legnood met alle gevolgen van dien.

Om deze tot paren te krijgen is een koele periode van belang (noem het maar winterrust) dit is echter geen winterslaap zoals bij halsbandleguanen.
Deze winterrust bestaat uit een periode van ongeveer 8 weken waarbij de dagtemperatuur 20 graden is en de nachttemperatuur 15 graden en een daglichttijd van ongeveer 6 uur midden op de dag.
Ook de luchtvochtigheid mag in deze periode wat hoger zijn, ongeveer 70%, dus wat vaker in de ochtend sproeien.
Om deze periode in te luiden moet men in een tijdbestek van 4 weken lang de lichttijd inkorten van 12 naar 6 uur, na de winterrust weer opbouwen van 6 uur naar 12 uur in ongeveer 1 week tijd met de oorspronkelijke temperatuur.

Na een aantal weken zullen de mannetjes en vrouwtjes bij hun kop en keel in een paar dagen tijd intens van kleur veranderen, variërend van oranje tot rood.
Het mannetje zal hoog op de poten gaan staan en heftige opdruk bewegingen maken, de vrouwtjes beantwoorden dit door het zelfde gedrag en bij geluk zal er een paring volgen.
Hierbij bijt het mannetje het vrouwtje in de nek en zal het vrouwtje gewillig de staart wat op richten, waar na een paring volgt.
Deze duurt na onze waarnemingen enige minuten.
Het paren doen ze ook hangend aan de rotswand.

 

Na een geslaagde paring zal het vrouwtje buitensporig veel gaan eten en zal het mannetje zelfs zijn eigen eten voor het vrouwtje laten liggen, aldus onze waarnemingen.
Het vrouwtje zal na enige weken duidelijk dikker worden en na ongeveer 3 weken zijn de eieren al zichtbaar aan de zijkant van haar buik.

Vanaf de derde zwangerschapsweek begint de felrood gekleurde kop en nek weer wat te verbleken.
De eieren worden ongeveer 4 weken na de paring gelegd na uitgebreide inspectie door het vrouwtje van de eilegbak.
Het vrouwtje zal de laatste week voor het af zetten van de eieren weinig tot niets eten maar wel regelmatig drinken.
Het vrouwtje zal ook vele proefgravingen doen op verschillende plaatsen om de temperatuur en vochtigheid te controleren.
Ze is in de dagen vlak voor het leggen erg nerveus en beweeglijk.
Het is echter heel belangrijk dat de temperatuur van de eilegbak rond de 29 graden is en het zand licht vochtig gehouden word.
Wordt hier aan geen gehoor gegeven zal het vrouwtje de eieren niet af zetten met alle gevolgen van dien (legnood).

 

Het vrouwtje zal een diep vuistgroot gat graven in het vochtige zand en hier haar eieren leggen.
Als de eieren gelegd zijn zal het vrouwtje deze met het zand weer toe dekken en enige dagen bij de legplaats de wacht houden.
Ook zal ze proberen om zo veel mogelijk zand rond de legplaats naar de opening te brengen door met haar achter en voorpoten al het zand er heen te schuiven
De eilegplaats dient te bestaan uit een laag van 10 cm licht vochtig zand in een hoek van het terrarium afgedekt met bijvoorbeeld een platte steen die ondersteund moet zijn om instorten te voorkomen (b.v een houten raamwerkje).

 

De eieren worden in licht vochtig vermiculiet gelegd en op 29 graden uitgebroed in de broedstoof en zullen als alles goed gaat na 60 tot 70 dagen uit komen.
Het aantal gelegde eieren kan variëren van 10 tot 18 eieren, afhankelijk van de leeftijd van het vrouwtje.

 

Na 3 tot 5 dagen hebben ze allemaal voor het eerst gegeten, kleine krekeltjes en kleine buffalowormpjes, ze groeien inmiddels als kool en hun gedrag is een belevenis om te zien, zo klein als ze zijn kopknikken ze en drukken ze zich op, hetzelfde gedrag dat in de ouders terug is te zien.
Na 4 weken beginnen de eerste voor de eerste keer te vervellen.

Ze groeien gemiddeld 1 mm per dag en gaan steeds meer eten.

Na de vervelling komen de kleuren er steeds intensiever onder uit.

Het is verstandig om ze van het begin af aan te laten wennen aan krekeltjes, deze kan je door gevarieerd voer een hoge voedingswaarde geven, die op hun beurt weer bij de jonge dieren terecht komen en voor een goede en gezonde groei zorgen.