Huisvesting

In dit gedeelte wordt de inrichting van het terrarium beschreven voor volwassen dieren. In het gedeelte kweken en verzorging kan je lezen hoe het voor de jonge en pasgeboren dieren beschreven wordt.

Het terrarium:

Om een paar halsbanden te houden, is er een ruime bak nodig. Het zijn geen grote, maar zeer wel actieve dieren. Voor een volwassen koppel is een bak van 100x50x50 de minimale maat. Voor een trio of kwartet zal een bak van 120x60x60 zeker wenselijk zijn. Voor de rust van de dieren moet minstens 1 van de zijkanten en de achterkant geblindeerd te zijn. Het is aan te raden om alleen aan de bovenkant van de bak brede roosters te plaatsen. De dieren houden niet van tocht en je raakt vaak te veel warmte kwijt. Dubbele roosters (voor en boven) zijn bedoeld voor natte bakken om bijv. condens op de ramen te voorkomen.

Inrichting:

Bodembedekking: Hiervoor gebruik je grind of voor reptielen geschikte zand.

Indien je voor zand kiest, adviseer ik nog steeds het calci-zand. Dit vind ik tot nu toe nog steeds het beste als het om zand gaat. De naam zegt het al, het geeft wat extra kalk zodra de dieren het eten. Het is ook wat grover en zorgt voor minder oogproblemen. Wees verstandig en gebruik geen speel, metsel of ander zand uit een bouwmarkt. Vaak zitten hier stoffen in die niet goed zijn.

 

Maak hierop veel klim, zit en schuilplaatsen d.m.v. rotsen/keiën, grotjes, takken en ander woestijnachtig materiaal. Cactussen of andere vetplanten zijn ook leuk als interieur maar doe niet te overdreven. Houd er wel rekening mee dat deze dieren veel bewegingsruimte nodig hebben. Vaak maken ze er ook een rotzooi van, dus denk goed na of je het wel de moeite waard vind. Natuurlijk ook lettend op de stekels van de planten.

Zorg ervoor dat grote en zware stenen direct op de bodem liggen. Halsbanden vinden het ook heerlijk om te graven. Als ze het zand eronder vandaan kunnen graven, dan is de kans groot dat ze geplet of bekneld worden. Dat is iets wat je liever niet ziet als je thuis komt.

De zij- en/of achterwanden: De dieren vinden het fijn om ergens tegenop te klimmen om zo vervolgens op een “uitkijk plekje” te komen. Hierdoor verruim je ook nog eens het leefoppervlak.

De zij- en/of achterwand moet je bekleden met materiaal dat tegen een stootje kan, zoals: cement,sierpleister, leisteen, flagstones of hardgips. Zelf heb ik de wanden met cement bewerkt en daar wat flagstones in verwerkt. Hierdoor hebben ze meer mogelijkheden om te klimmen en hebben ze leuke uitkijkplaatsen. zand/cement is echter wel erg zwaar. Vaak worden de bakken (vooral glazen) met piepschuim en sierpleister afgewerkt. Door met piepschuimblokken te werken kan je vele modellen er in creëren. Ik adviseer om geen grotjes of gangen in de achterwand te maken waardoor je moeilijk de dieren eruit kan halen zodra ze zich verstoppen.

Kurken wanden raad ik sterk af. Krekels vreten zich er een weg in en de dieren zelf klimmen en krabbelen het op den duur kapot. Dit geeft veel narigheid.

Temperatuur (en verlichting)

De bak moet goed verlicht zijn en goed van temperatuur. Dit speelt een grote rol in het welzijn van de dieren.

In het warme gedeelte van de bak moet het c.a. 35 graden zijn terwijl het in de koudste hoeken c.a 28 graden moet zijn. Onder de spots mag het tussen de 50 en 60 graden zijn. Lekkere zonneplekken kan je maken d.m.v. grote rotsen onder de warmte spots te leggen. Hierdoor kunnen de dieren zelf de “hitte” opzoeken. Houd er wel rekening mee dat de dieren niet te dicht onder de lampen zitten. Indien de afstand te kort wordt en het dus te heet is onder de lamp, dan kan je er beter geen steen onder plaatsten. s’Nachts mag het gerust afkoelen tot 15 graden. Als het enigszins kan laat de warmte dan van de lampen af komen. Liever geen gebruik maken van warmtematjes/stenen e.d. Dit dus ook niet s’nachts.

Verlichting & UV-B

Zoals hierboven beschreven, behoord het terrarium sterk verlicht te zijn. Halsbandleguanen zijn steppen/woestijndieren en hebben dus veel licht nodig. De verdeling van de lichtintensiteit is nagenoeg gelijk. De “koude hoek” mag dan wel verschillen in temperatuur, maar mag niet al te donker zijn. Op het moment dat de dieren even rust willen, zoeken ze dat zelf op tussen en onder de verschillende schuilplaatsen. Met een TL heb je dus al sneller een goede lichtverdeling.

In een bak van bijv 120 cm lang zouden er links en rechts 1 spot geplaatst kunnen worden met over de gehele lengte een UVB TL (zie foto huisvesting).

 

 

UVB-lampen mogen zeker niet ontbreken in een terrarium ! De UVB wordt omgezet in Vitamine D3 wat er voor zorgt dat voedingsstoffen goed worden opgenomen. Dit geldt zeker voor het calcium. Behalve dat het goed is voor de voedselvertering zien de dieren hierdoor ook beter de sporen die andere dieren achterlaten. Zo vormt dit dus ook een belangrijke rol bij het paringsproces. De dieren weten hierdoor precies wat ze aan elkaar hebben.

In het hoogseizoen moeten de UVB-lampen de gehele dagperiode (10-12 uur) branden. Je kan ze net voor of net na de andere lampen aan of uit laten schakelen voor een enigszins natuurlijk effect van zonsopgang en zonsondergang.

Al enige jaren zijn er UVB-spots zoals van Zoo-med. Deze heten Powersun en zijn verkrijgbaar in 160 en 100 Watt. Powersuns geven c.a 5 x de hoeveelheid UVB af dan een TL. Ook is de effectieve levensduur veel langer (c.a 2,5 jaar). Voor een TL-balk wordt vaak geadviseerd deze na een jaar te vervangen. De levensduur van een TL kan je wel goed verlengen door gebruik te maken van elektronische starters.

Zelf gebruikte ik de powersun 160 watt lampen ook voor een aantal jaar. Naar de ervaring die ik er mee heb gekregen ben ik toch weer overgestapt om UVB-TL te nemen. Dit ivm de te kleine afstand in mijn bakken. Voor bakken die groot genoeg zijn en met een hoogte vanaf 80 cm is het wel te overwegen om deze lamp te nemen. Het is dus per situatie verschillend, en zeker belangrijk om in de gaten te houden of de dieren er zich goed bij voelen. Ook ik heb dus na jaren ervaring een ander besluit moeten nemen.

Soms wordt er wel eens gekozen voor een Osram vitalux 300 watt. Dit zou echter misschien een goede lamp kunnen zijn, mits deze in een zeer grote bak wordt gebruikt en de afstand tot de dieren heel groot is. Wanneer dat niet gebeurd gaat men meestal de brandtijd beperken tot bijv. 2 x 15 minuten per dag. Dit heeft echter weinig nut. Men moet zich realiseren dat het assimilatieproces (het omzetten van UVB naar vitamine D3) plaatsvindt alleen op het moment dat de lamp brand. Dit betekend dat in de tijdsduur dat zo’n lamp brand er te weinig vitamine D3 geproduceerd kan worden wat een dier per dag nodig heeft. Dit komt doordat het assimilatieproces maar een bepaalde hoeveelheid vitamine D3 kan aanmaken binnen een bepaalde tijd.

Een aantal betrouwbare merken in UVB-lampen zijn: Zoo-med, Arcadia en T-rex. Zoo-med en Arcadia hebben beide UVB-lampen in de volgende uitvoering:TL’s , spots, floods en Compact-D3 (spaarlamp idee). T-rex is er in flood en Halogeen uitvoering. (flood betekend een breedstraler)